Als we terugkijken op de geschiedenis van de relatie tussen Europa en de islamitische wereld, horen we vaak over religieuze strijd, oorlogen en een clash of cultures. Maar achter dat verhaal schuilt iets diepers – een gevoel van ongemak dat niet alleen met geloof of macht te maken heeft, maar ook met bewondering en jaloezie. De roots van islamofobie zijn klaarblijkelijk ontsproten uit het succes van de islam.
De islamitische beschaving was niet alleen een militaire macht die aan terrein won. Er ontstonden samenlevingen die op veel vlakken beter functioneerden dan die van het christelijke, middeleeuwse Europa. Rechtvaardig, geordend, menselijk en spiritueel geworteld in een visie die miljoenen mensen aansprak; ook mensen die geen moslim waren.
Ook in Nederlanden werd ten tijde van de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) geroepen ‘Liever Turks dan paaps’ (liever moslim dan katholiek) vanwege het feit dat Filips II van Spanje iedereen wilde dwingen om katholiek te worden. Zo schreef o.a. de dichter Jan Fruytiers in 1577:
- En daarom droegen sommige geuzen destijds zilveren halve manen met daarop de tekst “Liever Turks dan paaps”. Want zij achtten de tirannie van de paus groter dan die van de Turk, die het geweten van de mensen tenminste ongemoeid laat als zij belasting betalen, en bovendien zijn beloften even goed of zelfs beter nakomt dan de paus.
Een razendsnelle en onverwachte opkomst
Na de dood van de profeet Mohammed ﷺ in de 7e eeuw verspreidde de islam zich razendsnel. Binnen een paar generaties maakten grote delen van het Byzantijnse Rijk plaats voor islamitisch bestuur: van Syrië en Egypte tot aan Spanje. In Andalusië bloeide een samenleving op die bekend stond om haar wetenschap, kunst, tolerantie en onderwijs. En dat op een moment dat grote delen van Europa nog in de duisternis van de middeleeuwen gehuld waren.
Voor veel Europeanen was dat moeilijk te bevatten. Hoe konden volgelingen van dit ‘nieuwe’ geloof zulke grote successen boeken? Hoe kon een volk uit de woestijn beschavingen opbouwen die hun beschaving overduidelijk overtrof?
Rechtvaardig bestuur
Wat de situatie nog pijnlijker maakte, was dat het islamitische bestuur op veel plaatsen als rechtvaardiger en stabieler werd ervaren dan wat eraan voorafging. Er was minder corruptie, meer duidelijkheid qua wetgeving en een betere bescherming van minderheden.
Joodse gemeenschappen, die onder christelijk bewind vaak werden vervolgd, vonden rust in moslimlanden. Christelijke minderheden kregen ruimte om hun geloof te behouden. Markten werden gereguleerd, onderwijs gestimuleerd en publieke instellingen – zoals ziekenhuizen en bibliotheken – floreerden.
Confronterende spiegel
Voor het Europa van toen was dit moeilijk te verkroppen. De islamitische wereld was geen ‘barbaarse’ tegenstander, maar juist een beschaving die in veel opzichten geavanceerder was. En dat deed pijn. Het hield Europa een spiegel voor waarin haar eigen verdeeldheid, wreedheid en achterstand zichtbaar werden.
De haat zat dus niet zozeer in religieuze verschillen, maar kwam eerder voort uit het ongemak van het zien van een alternatief systeem – eentje dat vooruitgang en succes boekte en waar mensen zelfs graag deel van uitmaakten.
Terugkeer naar zuiver monotheïsme
Wat de islam voor veel middeleeuwse christenen extra confronterend maakte, was niet alleen de manier waarop het bestuur werd gevoerd, maar ook de boodschap zelf. De islam bleek niet iets compleet nieuws, maar een voortzetting van de lijn van Abrahamitische profeten. Joden en christenen werden opgeroepen om terug te keren naar de oorspronkelijke, zuivere vorm van het monotheïsme, namelijk het geloven in één God.
Voor veel geestelijken in Europa klonk die oproep arrogant. Maar het werd nog ingewikkelder toen bleek dat gewone mensen – van boeren tot geleerden – open stonden voor de boodschap van de islam omdat het geloof zowel spiritueel als rationeel overkwam. En dat trok aan.
De aantrekkingskracht zat in de eenvoud en helderheid van de islamitische boodschap: directe toegang tot God, duidelijke regels, ruimte voor denken én geloven. Voor sommige Europeanen was dat een alternatief dat hun eigen samenleving niet bood.
De kruistochten: gekrenkte trots
De kruistochten worden vaak gezien als een poging om het ‘heilige land’ terug te veroveren. Ze kwamen echter ook voort uit iets wat al veel langer broeide: een gevoel van gekrenkte trots. Europa had eeuwenlang moeten toekijken hoe de islamitische wereld bloeide, terwijl het zelf nog zoekende was.
Kruisvaarders zagen moslims niet alleen als religieuze tegenstanders, maar begonnen hen ook te dehumaniseren – door ze bijvoorbeeld ‘duivels’ of ‘onbeschaafd’ te noemen. Toch ging dat soms gepaard met een soort stil ontzag. Want ze wisten: de beschaving die ze bevochten had iets indrukwekkends neergezet.
Toen Europa eeuwen later de islamitische wereld industrialiseerde en koloniseerde, kwam die oude wrok weer naar boven. Van de Spaanse Inquisitie tot de Franse onderdrukking in Algerije en het Britse bestuur in Egypte: het ging niet alleen om macht, maar ook om het nemen van wraak. En dat met grof geweld.
Islamofobie bestaat nog steeds
Islamofobie is geen nieuw fenomeen. Het is een moderne uiting van iets dat veel dieper ligt: een ongemakkelijk gevoel dat de islam nog steeds een alternatief biedt dat zich niet zomaar aanpast aan het westerse verhaal. Want ook vandaag de dag:
- heeft de islam een samenhangend rechtstelsel en een deugdelijk geheel van normen en waarden.
- staat de boodschap van zingeving, gerechtigheid en waarheid nog steeds overeind.
- blijft het geloof aantrekkelijk, ook na eeuwen van onderdrukking en propaganda.
Anderen zien onze kracht, wij niet
De islam is niet zwak, en dat is precies wat sommigen onrustig maakt. Het feit dat het geloof blijft bestaan, groeit, en mensen klaarblijkelijk blijft inspireren, laat zien dat er meerdere (levens)wijzen zijn die menselijk, krachtig en samenhangend zijn. Misschien is het pijnlijkste gevolg van die eeuwenlange islamofobie niet wat anderen over de islam zeggen – maar dat veel moslims dat narratief zijn gaan geloven. Anderen zien onze kracht, maar wijzelf zien dat klaarblijkelijk niet. De islam is niet zwak, maar de moslims wel.
Generaties lang hebben we geprobeerd te voldoen aan westerse standaarden. Niet alleen qua kleding, onderwijs en wetenschap, maar ook in hoe we naar onszelf kijken. We namen niet alleen de grenzen en regeringsvormen van het Westen over, maar ook bepaalde denkbeelden over ras, macht en identiteit. En vaak zonder dat we het doorhadden.
Zo wordt een lichte huid als mooier gezien en lijken we te zijn vergeten dat in de top 10 van grootste islamitische landen Indonesië, Pakistan, India, Bangladesh, Nigeria en Soedan staan. Stuk voor stuk landen met een gekleurde bevolking.
Vervreemding
Deze vervreemding heeft grote gevolgen:
- We raken verdeeld langs lijnen van kleur, taal en status.
- Onze instellingen zoeken goedkeuring in het Westen in plaats van zich onafhankelijk op te stellen en zich te laten leiden door geloof of rechtvaardigheid.
- Onze rijke geschiedenis lijkt steeds verder weg — alsof de bloeiperiodes van de islam alleen nog maar legendes zijn.
- Hoe meer we het leven in het Westen omarmen, hoe meer we van onszelf vervreemden.
Her-inneren wie we zijn
Als we echt willen omgaan met islamofobie, dan begint dat niet alleen met het veranderen van het beeld van buitenaf – maar ook met het helen van hoe we onszelf zien. Dekolonisatie gaat niet alleen over politiek of onafhankelijkheid. Het gaat over onze identiteit – we mogen onszelf (eraan) her-inneren wie we zijn. Dat betekent:
- dat de waardigheid van elke moslim telt, ongeacht kleur of afkomst.
- dat we de eurocentrische standaarden van schoonheid, kennis en leiderschap niet overnemen, maar onze eigen standaarden herontdekken en omarmen.
- dat we niet de goedkeuring van anderen nodig hebben om te bouwen aan wat rechtvaardig, zinvol en diepgeworteld is in het geloof in één God.
Dan zijn we vrij!
Onze kracht van destijds kwam niet voort uit rijkdom of macht. Ze kwam voort uit rechtvaardigheid, verbondenheid en groot vertrouwen in de Schepper en Zijn Voorziening. Hoe hoeven geen kopie van het Westen te worden. We mogen op zoek gaan naar een authentieke, krachtige versie van onszelf. En die vinden we, zodra we naar binnen keren.
En als we daarin slagen – als we onze geschiedenis, onze trots en onze spirituele rust en vertrouwen hervinden – dan zullen we niet langer gevangen zitten in het negatieve beeld dat anderen van ons hebben of maken. Dan zijn we vrij!
hoofdafb. piqsels. bron: al-ummah.ca



















