Mijn tuin is in slechte staat. In de moestuin woekert het zevenblad. De Marokkaanse munt is niet meer op gekomen en de lavendel is dood. Zelfs de rucola groeit slecht. In de bloementuin heeft de klimop alles overwoekerd. De wilde geranium heeft geleden en er zijn bijna geen bosaardbeitjes meer. De wilg drukt de rode brem weg. De struiken rond het mini-moeras zijn gegroeid en geven teveel schaduw. Daar komen nauwelijks nog insecten. En de spar wordt steeds groter en absorbeert steeds meer water. Sommige delen van de tuin worden hierdoor droog.
Lange tijd heb ik te weinig aan de tuin gedaan. Ik was aan het rouwen. Dat is alsof je een grote wond aan je lijf hebt. Maar door de pijn heen was daar Allah, en ik bleef zicht houden op het einde van de treurigheid.
Ik kijk weer om me heen
Nu is het rouwen aan het minderen, en ik kijk weer om me heen. Vandaar dat ik de tuin weer waarneem. En de zon, de lente en de dieren.
De tortelduifjes in de spar zijn verdreven door kauwen. Bij het voederhuis in de voortuin komen groenvinken. Achter zitten zoals altijd koolmezen, maar niet zoveel. En een paar mussen. Ik heb een mannetjesmerel naar de kruisbessenstruik zien kijken. Die onthouden echt welke vruchten in welke struik groeien. De vleermuizen heb ik nog niet gezien, maar die komen elk jaar.
De katers uit de buurt struinen door de tuin en willen graag leuke dingen doen met mijn poes Dushi. Zij heeft daar geen zin in, vlucht regelmatig naar binnen en kijkt mij verwijtend aan. Ik jaag de katers dan weg.
Egelhuis onder de rozen
Ook tijdens het rouwen heb ik de natuurberichten in de media bijgehouden. Eigenlijk was dat niet om vrolijk van te worden, maar dat nam ik niet zo waar. Nu dringen de dingen weer beter tot me door. Met name in agrarische gebieden gaat het niet zo goed met de natuur.
De bijenvolken sterven door een bepaald vergif in de akkerbouw. Dat vergif doodt ook andere insecten. Het aantal zangvogels loopt terug. Er zijn zelfs minder regenwormen. En minder egels. Ik heb er trouwens nog wel een. Het dier heeft de winter doorgebracht in het egelhuis onder de rozen.
Ik ga proberen om weer meer te doen tegen de afbraak van de natuur. Overzichtelijke dingen kan ik alvast aanpakken. Zoals mijn tuin. Tuinonderhoud is namelijk inmiddels ook een politiek onderwerp. Een maand geleden dacht ik nog: “Nou, ik herstel de tuin gewoon in zijn oude staat”. Maar bij nader inzien vind ik zomaar tuinieren geen optie meer. Ik ga de tuin dier- en insectenvriendelijk beheren. Dat is khalifa, hoop ik. Khalifa betekent dat wij mensen door Allah tot rechtvaardige beheerders van de natuur en het klimaat zijn gekozen. In het groot en in het klein. Dus ook in mijn tuin.
De steenmarters van ons dorp wonen verderop in drie oude schuren die daarom niet meer afgebroken mogen worden
Steenmarters en uilen
Maar zonder plan geen khalifa. Liefde moet een beetje praktisch zijn, en dat betekent dat ik keuzes moet maken. Er komen af en toe steenmarters in de tuin, maar ik zal ze geen woonplek kunnen geven. Zij eten namelijk alles op dat ik wil beschermen, zelfs de egels. Ik kan niet één soort beschermen in het nadeel van een veelvoud van andere soorten. Dat geldt ook voor de steenuilen die ik soms ’s nachts hoor jagen. Die eten de vleermuizen. Dus geen nestkasten voor marters en uilen. Als het ecosysteem niet verstoord was zou het wel kunnen, maar nu niet.
Mijn beslissing is misschien verantwoord. De steenmarters van ons dorp wonen verderop in drie oude schuren die daarom niet meer afgebroken mogen worden. En de uilen wonen in een bos- en weidegebied richting de oude spoorlijn, tegenover de steenmarters. De weg door dat gebied is naar veel protesten nu vol verkeersobstakels. Hard rijden kan daar echt niet meer, dus de uilen en marters zijn relatief veilig.
Bessentuin
De andere problemen en conflicten kan ik oplossen. Ik ga de moestuin veranderen in een bessentuin. Dat zullen verschillende soorten bessen zijn die op verschillende momenten bloeien en vrucht dragen. Dan hebben de insecten en de vogels regelmatig te eten.
Tussen de bessen ga ik wilde bloemen zaaien. Die voeden niet alleen de insecten, maar zorgen ook voor een beter bodemleven. In een hoek van de moestuin zullen brandnetels komen. Meerdere vlindersoorten zijn van brandnetels afhankelijk. En er komt een plek waar water staat. Dan kunnen de vogels eerst bessen eten en dan een bad nemen. Of omgekeerd.
De bloementuin
In de bloementuin zal ik de wilde roos en de boerenjasmijn terugsnoeien. Die maken dan op termijn nog meer bloemen. Onder de jasmijn ga ik een houtstapel neerleggen. Daar zullen de houtetende insecten blij mee zijn. Het andere dode hout gaat in de takkenwal die de schutting vervangt. Verder zal ik hier en daar steenhopen neerleggen. Daaronder zijn de padden redelijk veilig voor de egel. Die kan dan de slakken eten en de bessen die op de grond vallen. En lekkere insectenlarven.
Het mini-moeras ga ik verhuizen naar een plek waar meer zon is. Daar komen dan meer insecten op af. Het insectenhotel komt aan de achterzijde van de schuur, waar de meeste zon komt in de winter. Het egelhuis kan daar ook staan. De mussenflat komt in de coniferen. De nestkasten voor de andere vogels, die nu aan de donkere kant van de spar hangen, komen hoog in de wilg. De voederplek voor de vogels komt voor het houthok. Onder het houthok wonen bosmuizen. Die stellen het vogelvoer ook op prijs. En zodoende heeft Dushi af en toe iets lekkers.
De nestkast voor de vleermuizen komt naast het slaapkamerraam, in de wingerd. Het zijn gewone dwergvleermuizen. Dat weet ik omdat ik op een ochtend achter het huis een halve vleermuis heb gevonden. De vleermuizen wonen nu waarschijnlijk onder het dak van de buren. Op zomeravonden draaien zij rondjes rond de spar. Als ik een aanvullende woonplek aanbiedt en meer insecten, dan komen er misschien ook meer vleermuizen. En als er dan toch een uil langskomt is de schade beperkt.
Belangrijk is dat zoveel mogelijk andere wezens iets te eten hebben en een woonplek. Zij aanbidden immers ook Allah. Samen met de bomen, de planten en het water.
Een woonplek voor andere wezens
Zo, meer kan ik even niet bedenken. Ik hoop dat dit khalifa-plan voor mijn tuin gaat lukken. De groente uit eigen tuin heb ik dan niet meer. Dat is niet erg. De grond was toch te arm voor echt lekkere groente. Spinazie lukte al niet. Ik haal de groente de komende twee of drie jaar wel bij de biologische tuinder in het andere dorp. Of ik neem een groentepakket. Belangrijk is dat zoveel mogelijk andere wezens iets te eten hebben en een woonplek. Zij aanbidden immers ook Allah. Samen met de bomen, de planten en het water.
Ik stel mij dat heel concreet voor: het stekelige wezen in het egelhuis prijst Allah, net als ik. Een verbazingwekkende en poëtische gedachte. En als ik genoeg khalifa doe zal mijn wond helemaal dicht gaan, dat weet ik.