“Het eerste dat in mensen opkomt als je praat over de Arabische wereld is: dictators, olie en vrouwenonderdrukking. Juist daarom wil ik in mijn blogs en voordrachten de andere kant laten zien.” Arabiste Dafne van Baarle focust daarbij vooral op wat er goed gaat. Met positieve verhalen wil ze balans brengen en hoop geven voor de toekomst.
“Ik vertel graag over de sterke vrouwen die ik in de Arabische wereld heb leren kennen. Ik geef er ook lezingen over, twee uur vol vrouwenemancipatie van Marokko tot Dubai. Wij in het Westen zien duidelijk voor ons hoe de overgang moet zijn, maar ik vind dat we moeten waken voor het opleggen van een bepaalde toekomstvorm. We moeten het de vrouwen op hun eigen manier laten doen. Via ons hún stem laten horen, is een goede manier om dat proces te ondersteunen.”
Tactiek aanpassen
Na diverse banen in het bedrijfsleven en het toerisme, begon Van Baarle vier jaar geleden voor zichzelf. Naast voordrachten geeft ze trainingen aan expats en begeleidt werkteams van bedrijven die projecten in de Golf doen. “Wat zijn de geschiedkundige en politieke achtergronden van de regio, tegen welke gevoeligheden kun je aanlopen en hoe ga je daar vervolgens mee om? Dat zijn de thema’s die ik behandel. Ik was net 18 jaar toen ik moest beslissen wat ik wilde studeren. Ik heb in mijn jeugd veel gereisd met mijn ouders en wilde daarom graag een andere taal en cultuur bestuderen. Het werd Arabisch aan de Universiteit van Leiden.”
Welke verschillen tussen Europa en de Arabische wereld komen eigenlijk het meest terug in haar trainingen? “Wat gelijk bij me opkomt is de tijd. Bij ons is de tijd leidend, in de Arabische wereld is het een hulpmiddel. Voor de Arabieren is de tijd ‘elastisch’. Je ziet dat ook terug in de woorden die ze gebruiken. Het woord insh’Allah (als God het wil) klinkt in onze oren vaak als het zoeken naar een uitvlucht of het afschuiven van schuld. Maar een Arabier wil er juist mee zeggen dat je niet alles zelf in de hand hebt. Je doet je best, maar de rest is in handen van Allah.”
“Ik werk al een aantal jaren mee aan de jaarlijkse Nederlandse handelsmissie naar de Emiraten en daar valt me altijd weer op hoe we in de westerse wereld alles zeker willen weten. Maar ook in Dubai en Abu Dhabi zijn de afspraken ‘elastisch’ en veranderen ze vaak nog gedurende de dag. Daar staat dan wel tegenover dat niemand het een probleem vindt als de dag daardoor langer duurt. En haal je door de grotere flexibiliteit vaak meer uit een dag, omdat je de mogelijkheid krijgt om in te spelen op onverwachte aanbiedingen. Het is dus een kwestie van je tactiek aanpassen en zelf ook van de elastische tijd gebruik maken.”
De lente moet nog komen
“De Arabische Lente heeft een brede belangstelling voor de regio losgemaakt. Het mooie is dat er ook steeds meer persoonlijke verhalen naar buiten komen, zoals bijvoorbeeld in de documentaire van Femke Halsema over vrouwen in de islamitische wereld en het Arab Women’s Film Festival in Den Haag.” Waar mensen vroeger raar opkeken van haar keuze voor het vak Arabisch, krijgt ze nu vaak te horen dat ze zo’n relevante studie heeft uitgekozen. ”Ik geef dat ook mee als advies aan jonge mensen. Begin met iets waar je interesse ligt, vroeger of later komt het vanzelf wel jouw kant op. Ik ben zelf een type dat bruggen wil slaan. Nu ben ik toevallig deze kant opgerold, maar anders had ik dat talent vast in een andere vorm gegoten.”
Tijdens haar studie was Van Baarle een van de weinige studenten zonder echte link naar de Arabische wereld. Een gebrek dat ze ruimschoots heeft opgevangen door er te wonen en rond te reizen. “Ik heb inmiddels ook een groot Arabisch netwerk in Nederland. Zo was ik onlangs op het festival ‘Spring is yet to come’ in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. En daar werd nog weer eens duidelijk hoe het ‘framen’ van de Arabische wereld in de media in zijn werk gaat. Zo vertelde een Tunesische activiste over hoe in haar land, ondanks alle ellende, het alledaagse leven gewoon doorgaat. En van Marokko denkt men altijd dat het een stabiel vakantieland is, omdat dat in de media zo aan ons wordt voorgeschoteld. Terwijl daar met de ‘20-februari-beweging’ ook sociale onrust is. De roep om verandering blijft, maar wij krijgen het niet meer te horen, omdat het geen nieuws meer is.”
Respect voor elkaars handelen
In westerse ogen zijn de sociale omgangsvormen in de Arabische wereld nogal strict. Van Baarle: “Ik geef vaak het voorbeeld van de toenmalige minister Verdonk en de imam die haar geen hand wilde schudden. Zij zag het als een gebrek aan respect, terwijl de imam het júíst uit respect deed. Begrip opbrengen voor elkaars handelen, dat is de sleutel. Zelf heb ik me aangeleerd om geen hand uit te steken en te wachten op wat de mannelijke tegenpartij doet. Als een man wel zijn hand uitsteekt, dan neem ik die gewoon aan, dan is het blijkbaar geen probleem. Wij wonen vlakbij een vluchtelingenopvang en hebben regelmatig Syrische gezinnen te gast aan tafel. Ook daar zie je grote verschillen; iedereen gaat er op zijn eigen persoonlijke manier mee om. Wederzijds respect is de basis van al deze ontmoetingen.”
“Zoals wij proberen Nederland uit te leggen aan de Syriërs, gebeurt het andersom ook. Tijdens de lezingen die ik geef, is er altijd wel iemand die zegt: ‘Ik kan me echt niet voorstellen dat je een hoofddoek wilt dragen!’ Die gedachte komt voort uit de stellige overtuiging dat de man bepaalt dat je die moet dragen. Dat is een misvatting waar ik verder niet over in discussie ga; ik probeer juist de andere kant te laten zien. Vaak blijkt dat degene die de opmerking maakt, nog nooit heeft gepraat met iemand die een hoofddoek draagt. Ze hebben geen idee van de persoonlijke afwegingen die vrouwen maken. Sommigen dragen hijab omdat ze herkenbaar willen zijn als moslim, anderen kiezen juist voor onbedekte haren omdat zij zich met de hoofddoek onzichtbaar voelen.
Ik besef wel dat ik als westerse vrouw in een Arabisch land in een bijzondere positie zit. Iemand heeft ons wel eens ‘de derde sekse’ genoemd. Inderdaad geeft kennis van de Arabische taal en cultuur je een enorm respect. En dat is een comfortabele positie waarin je je meer kunt permitteren dan een Arabische vrouw.”
Golfstaten in beweging
“De Golfstaten zijn interessant omdat de ontwikkeling daar eigenlijk heel soepel en goed is gegaan. Veel jonge mensen van nu hebben oma’s en opa’s die nog echte bedoeïenen waren; slechts twee generaties terug dus! Ze hebben goed gekeken naar hoe andere landen het hebben gedaan en daardoor is er nu een prima functionerende infrastructuur en gezondheidszorg. De onderlinge verschillen in de Arabische wereld zijn groot, vooral tussen de wel en niet olieproducerende landen. Daar waar in de jaren 50 van de vorige eeuw het zwarte goud ging stromen, is de maatschappij in rap tempo opgebouwd.
Maar doordat nu 90% van het BNP oliegerelateerd is, staan de budgetten enorm onder druk. Ook die voor onderwijs.”
Volgens Van Baarle is er maar één manier om minder afhankelijk van olie te worden. De landen moeten investeren in meer private ondernemingen en dus leren om ondernemerschap te ontwikkelen. “Dat moet gaan lukken als er voldoende beweging komt. De olielanden zullen waarschijnlijk ook belastingen moeten gaan heffen. Een grote omslag, want niemand is gewend om inkomstenbelasting en btw te betalen. Als je belasting gaat innen, is bovendien de kans groot dat mensen inspraak gaan eisen. Want het is hun geld dat besteed wordt. Kortom: een spannende tijd! De politieke onrust in de regio speelt natuurlijk ook mee. Je ziet wel dat iedereen naar zijn eigen specialisme aan het zoeken is. Zo is Dubai succesvol als diensteneconomie en toeristische bestemming. Qatar is uitgegroeid tot een media- en transporthub, door de vestiging van televisienieuwszender Al Jazeera en de aanleg van een groot nieuw knooppunt voor vliegtuigen. De leiders daar hebben duidelijk een visie en de mogelijkheden om die ook uit te voeren.”
Nederland door een Arabische bril
Hoe kijken de Arabieren eigenlijk naar Nederland? Van Baarle vertelt over een groep Saoedische studenten voor wie ze een studiereis organiseerde en begeleidde. De kennismaking met Nederland hadden ze gewonnen in een competitie voor ondernemerschap en innovatie. “Allemaal écht jonge mensen tussen de 17 en 20 jaar. Gelukkig konden we het ongenuanceerde beeld dat ze van Nederland hadden – voetbal, softdrugs en de ‘red light district’ – flink bijstellen. Ze waren blij verrast over de creativiteit, diversiteit en innovativiteit van de Nederlandse economie. Het bevestigde nog eens hoe belangrijk het is om een beeld te vermenselijken. Onbekend maakt onbemind, ook al ben je fysiek dichtbij. Zonder kennis van elkaar kom je niet dichterbij en ontstaan er gauw misverstanden.”
In haar trainingen is Van Baarle heel duidelijk: “Het zijn de feiten waarmee je het moet doen. Het heeft geen zin je druk te maken om een andere cultuur, je moet een manier vinden om ermee te werken. We moeten niet vervallen in zendingswerk. Weet hoe de dingen in elkaar steken en deal er mee. Wees net zo elastisch als de Arabieren en geniet van de verschillen!